Onder Algemeen richt u de instellingen in m.b.t. Grootboek, Dagboeken, Factuurnummers en Periodes.

 

 

In het tabblad Algemeen selecteert u:

•Grootboektypes: Balans, Resultaat of N.v.t.

•Grootboekrubrieken voor Omzet, Inkopen, Opbrengsten en Kosten (het eerste cijfer van de reeks)

•Grootboekkenmerken voor specifieke posten. Is een rekening niet aanwezig, dan kiest u voor 'N.v.t.'

•Debiteur/crediteur types: Het debiteurtype kan zijn: Debiteur, D, C (Customer). Het crediteurtype kan zijn: Crediteur, C, S (Supplier). Het in de auditfile aanwezige type wordt in de dropdown van de velden Debiteur en Crediteur getoond. Wat betreft het veld Beide: in sommige financiële pakketten kan een relatie zowel debiteur als crediteur zijn. Als dit het geval is, dan kunt u hier het type 'Beide' kiezen. Normaliter kiest u voor 'N.v.t.'.

 

 

•Dagboektypes: is een dagboek niet aanwezig, dan kiest u voor 'N.v.t.'

•Factuurnummers: in Infine Grootboekanalyse worden de factuurnummers uit de administratie omgezet naar een nieuwe reeks Factuurnummers (numeriek). Met deze reeks kunnen in de analyses selecties en sorteringen worden gemaakt. Als basis voor deze Factuurnummers (numeriek) gebruiken we uiteraard de gegevens uit de XML Auditfile Financieel. Financiële pakketten gaan op een verschillende manier om met de notatie van factuurnummers. Met de knop naast de notatie kunt u een voorbeeld uitklappen dat in beeld brengt wat de invloed is van de gekozen notatiemethode. In veel gevallen is het factuurnummerveld in de XML Auditfile Financieel gevuld, zodat u bij Factuurnummer veld kunt kiezen voor 'Factuurnummer'. De notatie bij het volgende veld is afhankelijk van de auditfile: [factuurnummer], [factuurnummer]/[boekstuknummer] of aangepast (een specifieke notatie voor uw financiële pakket). Is het factuurnummer niet gevuld, dan kiest u voor 'Boekstuknummer' en bij notatie [factuurnummer], [factuurnummer]/[boekstuknummer] of aangepast, zodat het factuurnummer wordt bepaald op basis van het boekstuknummer in de administratie.

•Periodes: in de meeste gevallen heeft de administratie een periodenummer en kiest u voor 'Periode'. Heeft de administratie geen periodenummers, dan kiest u voor 'Maand transactiedatum'.