Voorbereidingen
U dient eerst de vennootschappelijke jaarrekeningen uit te werken.
Het is belangrijk om de rubriekscodes (brugstaat) van de vennootschappen op elkaar af te stemmen. U kunt hiermee voorkomen dat rubrieken onbedoeld gesaldeerd/samengevoegd worden of dat dezelfde kosten/omzet onder verschillende rubrieken in het geconsolideerde rapport worden gezet.
Voorbeeld 1: Er zijn twee verschillende vennootschappen met totaal drie leningen. Bij vennootschap 1 gebruikt u daarvoor de rubrieken L20.10 en L20.20. Bij vennootschap 2 gebruikt u vervolgens rubriek L20.30, zodat de drie leningen afzonderlijk in de toelichting op de balans worden gepresenteerd. Zou u in vennootschap 2 weer rubriek L20.10 gebruiken, dan worden de twee op die rubriek geboekte leningen bij elkaar opgeteld.
Voorbeeld 2: Onder 'Overlopende passiva' is in vennootschap 1 de rubriek M90.03 Te betalen accountantskosten gebruikt. In vennootschap 2 staat deze post onder rubriek M90.05. In het geconsolideerde rapport worden dan twee verschillende posten Te betalen accountantskosten vermeld. Dit is te voorkomen door in beide BV's dezelfde rubriek (bijv. M90.03) aan te houden.
Tip: het is aan te bevelen om eerst de vennootschappelijke jaarrekening van de ‘grootste’ vennootschap uit de consolidatiegroep op te stellen. Van deze vennootschap exporteert u daarna de brugstaat, zodat u in beeld hebt welke rubrieken gebruikt zijn bij het koppelen van de grootboekrekeningen.
Het is ook mogelijk om een geconsolideerd rapport op te nemen in een bovenliggende consolidatie. U begint onderaan, dus door eerst de 'kleindochter(s)' te consolideren met de dochter. Daarna maakt u opnieuw een geconsolideerde jaarrekening aan. Dit wordt dan een consolidatie van de moeder, de tussenconsolidatie en de rapporten van evt. andere dochters.